Wortelen zijn al eeuwenoud.
Van een kleine, taaie, spichtige en bittere wortel veranderde de wortel door de eeuwen heen naar een vlezige zoete gepigmenteerde wortel zoals wij die nu kennen. Oorspronkelijk bestond er alleen de paarse wortel. Door mutatie ontstond er een gele variëteit. Vanaf dat moment verdween de gekleurde peen naar de achtergrond.
Het eerste bewijs dat de wortel als voedingsgewas werd gekweekt is gevonden op het Iraanse plateau en in Perzië in de 10e eeuw. De wortelteelt verspreidde zich naar het westen richting Noord-Afrika en Europa.
De oranje wortel verscheen in Spanje en Duitsland in de 15e/16e eeuw en werd snel de overheersende kleur.
Wortelen zijn oranje omdat zij bepaalde golflengten van licht efficiënter absorberen.
Gelukkig komen de gekleurde soorten door cultivatie langzaam terug in het assortiment en kan men weer de oorspronkelijke kleuren bij de groenteman krijgen.
Pastinaak ofwel de “witte” wortel komt uit het Middellandse zeegebied en was al bekend bij de Grieken en Romeinen en heeft een zoete anijsachtige smaak. De pastinaak kwam in de Middeleeuwen naar West Europa en was voor de komst van de aardappel een belangrijk volksvoedsel.
De pastinaak werd langzaam vervangen door de aardappel.
Ook een wortel is de peterseliewortel. Deze wordt gekweekt voor de grote witte wortel en niet om het blad. De wortel kan tot 15 cm lang worden en heeft een smaak die doet denken aan knolselderij en pastinaak. Het blad van de peterseliewortel kan op dezelfde manier gebruikt worden als peterselie.